Alles moest aan diggelen

Zilvergrijze bliksemschichten

‘Ik vrees dat we niet kunnen gaan, jongens,’ zei Caroline, terwijl ze opkeek van haar telefoon. Het gezin was net klaar met ontbijten en zou die middag naar een feestje van Celine gaan, in het park. Dit zou een echt feestje zijn, want Celine was echt jarig. Elk jaar vierde ze haar verjaardag in het park, en tot nu toe hadden ze al feestjes in de sneeuw en in de stralende lentezon gehad. Maar zulk mooi weer als vandaag was het nog niet eerder geweest op Celines verjaardagsfeestje.

Olivier en Noortje zaten aan tafel al een tekening voor Celine te maken. Dat wil zeggen, Olivier zat te tekenen, en Noortje vermaakte zich door alle potloden in hun doos te leggen en ze er daarna weer allemaal uit te halen.

‘Hè wat, kunnen we niet gaan?’ vroeg Jacob. ‘Waarom niet?’

‘Ik wil wel naar Celine’s verjaardag! Ik wil wel taart eten vandaag!’ zei Olivier meteen boos. Zijn zwarte ogen priemden beschuldigend in Carolines richting. ‘Anders ga ik ook geen tekening meer maken!’ Uit protest legde hij zijn potlood neer op tafel.

‘Het kan helaas niet, Oliviertje,’ zei Caroline.

‘Nou, waarom niet dan?’ zei Jacob. ’ Waarom zeg je dat zo ineens? We zouden toch gaan?’

‘Wacht nou even, jongens, jullie gaan veel te snel. Je weet nog niet eens wat er is!’

‘Nou, ik ga niet meer tekenen,’ zei Olivier. Boos richtte hij zijn smalle lijfje op, waardoor zijn hele houding nu mee deed aan het beschuldigende priemen van zijn blik. Hij stampte naar de bank. Noortje ging staan op haar stoel. Caroline tilde haar op en zette haar op de grond. Ze ging meteen Olivier achterna.

‘Wat is er dan?’ vroeg Jacob.

‘Kijk maar.’

Caroline liet hem haar beeldscherm zien.

‘Jeetje,’ zei Jacob. ‘Shit.’

‘Mamaaa!’ riep Olivier vanaf de bank.

‘Wacht even! Ik kom er zo aan!’ zei Caroline.

‘Mamaaa! Noortje pakt steeds mijn boeken af!’

‘Ik kom er zo aan!’ riep Caroline, net iets te hard.

Nu was Noortje al aan het huilen. Caroline liep gehaast naar de bank, ze voelde zich een beetje slordig in haar bewegingen. Ze slalomde met moeite tussen het speelgoed door dat op de grond lag, en zag toen dat Olivier en Noortje boos aan hetzelfde boek trokken.

‘Gaan we nu niet meer naar Celine’s verjaardag mama?’ zei Olivier.

‘Weet ik veel!’ riep Caroline. ‘Als jullie er zo doorheen praten kunnen papa en ik toch niet nadenken!’

Caroline pakte het boek vast zodat ze het niet meer zo wild heen en weer zouden trekken, maar het effect was dat nu zes handen tegelijk het boek vasthielden en niemand los liet. Niet echt behulpzaam.

Jacob kwam nu ook naar de bank lopen. ‘Kunnen we niet toch gaan?’ zei hij tegen Caroline. ‘Dan doen we gewoon meteen als we thuis komen een tekencheck. Of we doen heel goed bedekkende kleding aan. We hadden immers bedacht dat de kans op een tekenbeet wel wat meeviel! En we doen keurig die tekencheck. Jij had het allemaal netjes uitgezocht!’

‘Ja, dat had ik allemaal uitgezocht. Maar toen wisten we dit nog niet! De kans om een teek op te lopen lijkt me nog steeds best klein. Maar het effect is nu heel anders dan we eerst dachten. We dachten dat alles wel okée zou zijn als we maar een tekencheck zouden doen, maar nu blijkt dat die tekencheck te laat kan zijn. Nu blijkt dat als je zo’n teek met het dodelijke virus oploopt, dat je gewoon ook echt dood gaat. En snel ook. Dus dan kan die kans wel klein zijn, maar dit is toch wel iets om te mijden. Stel je voor, dan zijn we in de Wildernis en loopt een van ons een teek op. En dan is er gewoon niks meer aan te doen! Dat moeten we echt absoluut voorkomen, toch? Ook al is de kans maar klein, het is te erg. Als een van de kinderen dood zou gaan. Of jij. Of ik.’

‘Ja, dat is ook zo,’ zei Jacob. Wat een vreselijk idee. Het was een scenario dat inderdaad absoluut vermeden moest worden. Maar toch was hij tegelijk ontzettend in de war. Het viel toch mee met het aantal sterfgevallen? En zelfs toen de aantallen gestaag bleven stijgen, hadden ze immers nog de tekenchecks? Maar hadden ze die nu allemaal voor niets gedaan? Eigenlijk had hij dat al die tijd al wel geweten. Hij had immers al zo’n weerzin gevoeld tegen dat rigide gedoe van die tekenchecks. Het gaf maar een soort schijnbescherming, dat bleek nu wel.

Toen schrok het hele gezin op door een notificatie van een telefoon. Het klonk Jacob in de oren als een brandalarm in zijn huidige staat van verwarring. Ook Caroline schrok op; haar toestand was er een van extreme alertheid. Ze keek op haar beeldscherm en zag een bericht van Mirjam.

‘Er is net op het nieuws dat die tekenbeten hartstikke snel kunnen werken. Dat een tekencheck niet veilig genoeg is. Laten we het feestje van Celine maar afblazen. We plannen wel iets nieuws als we meer weten.’

Goed, dacht Caroline, dat maakt de beslissing in elk geval simpel. Er was nu niks aan te veranderen, ze hoefden er niet over te beslissen want het hele feestje ging toch niet meer door. Haar taak was nu om Olivier te troosten.

‘Het feestje gaat sowieso niet meer door, jongens,’ zei Caroline.

‘Wat!’ Olivier sprong op en ging verontwaardigd boven op de bank staan. ‘Maar ik wou naar het park! Ik wou taart! Ik wou zo graag!’ Hij liet zich op zijn billen op de bank vallen en begon te huilen. Noortje keek naar hem en begon ook te huilen.

Caroline ging op de bank zitten en trok ieder kind op een knie. ‘Ja, dat is echt balen hè Olivier. Je had zoveel zin. Ik had ook zin om te gaan. Maar het kan nu echt niet.’

Olivier snikte een tijdje tegen haar aan. ‘Zullen we even een boek lezen, jongens?’ Noortje schoof zichzelf van haar schoot af om een boek te pakken en even later zat Caroline met twee gezellige bundeltjes tegen zich aan te lezen. Noortje zat links naast haar op de bank, met haar beentjes opgetrokken en haar armen er omheen geslagen. Olivier zat nog op schoot en hing sloom tegen Caroline aan. Toen ze opkeek naar Jacob zag ze hem moeilijk kijken naar zijn telefoon. Hij was inmiddels ook op de bank gaan zitten. Naast hem lag een bergje speelgoed dat hij terzijde had geschoven om plek te maken.

 

‘Gaan we dan niks doen vandaag, mama?’ zei Olivier toen ze vijf boeken verder waren.

‘Natuurlijk wel, lieverd. We hebben toch boeken gelezen, en er zijn hier gelukkig nog veel meer leuke dingen te doen.’

‘Ja,’ zei Olivier. ‘Maar ik wou iets leuks doen.’

‘Vond je de boeken niet leuk?’

‘Jawel…’ Hij klonk intens verveeld. ‘Maar ik bedoel, gewoon iets dóen.’

‘Hm. Bedoel jij soms dat je ergens naartoe wilt?’

‘Ja!’ riep Olivier blij.

‘Maar het feestje van Celine gaat niet meer door, hè. Celine is nu ook gewoon thuis. En Kasper. Iedereen is thuis.’

‘Maar zullen we dan gewoon zelf naar het park gaan ofzo?’ Olivier hield zijn hoofd een beetje scheef toen hij het zei.

‘Nee, dat kan niet jongen, we gaan nu niet naar buiten.’

Teleurgesteld wendde Olivier zijn ogen af. Caroline zag zijn treurige gezicht, en ook al leken Olivier en Jacob niet erg op elkaar qua uiterlijk, het was toch duidelijk een weerspiegeling van elkaar. Allebei zaten ze met een beetje een moedeloze houding op de bank. Nog steeds zat Jacob wat in zijn telefoon te kijken, maar Caroline vermoedde wel dat hij alleen maar wat hersenloos aan het scrollen was. Toen keek Jacob op. Geërgerd legde hij de stapel boeken die ze zojuist hadden gelezen op de grond en schoof ze onder de bank. Daarna liet hij zich nog wat verder onderuit zakken en keek weer naar zijn telefoon. Ondertussen was Noortje in het geheel niet aangedaan, die was gewoon vrolijk aan het rondlopen door de kamer met een hondje dat ze aan een touwtje achter zich aantrok. Voor haar bestond de wereld gewoon alleen uit het hier en nu, en als het hier en nu toevallig buiten in een leuke speeltuin was had ze daar veel plezier in, maar als het op dit moment binnen was vond ze het ook wel prima.

‘Wil je dan nog een boek voor me lezen, mama?’ vroeg Olivier.

Caroline zuchtte. Ze dacht even na. ‘Weet je wat,’ zei ze toen, ‘we kunnen wel even koekjes bakken.’ Oh jee, nu ze het gezegd had konden ze natuurlijk niet meer terug. Maar was dit nou wel een handig idee?

‘Jaaaaa!’ riep Olivier.

Even later stonden ze aan het aanrecht, met Olivier op een stoel zodat hij kon meekijken. Noortje stapte nog steeds rond met haar hondje achter zich aan, terwijl Jacob op de bank zat. Caroline woog de bloem af.

‘Kieper jij dit even in de kom?’ zei ze tegen Olivier. Hij knikte fanatiek. Terwijl hij het kommetje van de weegschaal omdraaide boven de grote kom stak er een minuscuul puntje van zijn tong tussen zijn lippen. Toen hij klaar was woog Caroline de suiker af en gaf hem weer het bakje om om te kieperen.

‘Mag ik een lepeltje?’ vroeg Olivier.

Caroline pakte voor hem een theelepeltje en hij begon schepjes suiker van het bakje in de grote kom te lepelen. Weer verscheen het puntje van zijn tong vanwege de grote concentratie. Dit ging nog wel even duren, dacht Caroline. Ze pakte vast de boter uit de koelkast en sneed er een blok vanaf. Dat kon vast een beetje opwarmen.

Stap, stap, stap, daar kwam Noortje aan. Ze slaakte een vrolijk gilletje toen ze Caroline en Olivier in de keuken zag staan. Meteen liep ze naar de stoel waar Olivier op stond bij het aanrecht, en probeerde ze er op te klimmen. Olivier keek geërgerd naar zijn zusje. Caroline keek de situatie even aan, want het leek erop dat Noortje toch niet genoeg ruimte had om echt op die stoel te klimmen. Gelukkig maar, want op een stoel aan het aanrecht staan was niet echt geschikt voor een kleine dreumes. Er lagen ook messen binnen handbereik.

Met een boel gewurm lukte het Noortje wel om zich met haar bovenlijf op de stoel te trekken.

‘Niet doehoen!’ riep Olivier, en hij gaf zijn zusje een duw met zijn voet. Ze viel niet, maar gleed wel weer een beetje van de stoel af en begon te huilen.

‘Jacob,’ riep Caroline, terwijl ze Noortje optilde, ‘kun jij even iets met Noortje doen? Het gaat wat onhandig hier in de keuken.’

Terwijl ze het zei liep ze met Noortje richting de bank. Jacob keek geërgerd op van zijn telefoon en stond op. Hij slofte naar de boekenkast om zijn telefoon daar veilig buiten bereik te leggen, en pakte een boek voor Noortje.

Even later was Noortje van Jacobs schoot af gewiebeld en stapte ze weer naar de keuken. Daar was Caroline net met haar handen diep in de vettigheid van de boter die ze door het beslag heen kneedde. Met een brede grijns koerste Noortje af op de stoel waar Olivier op stond.

‘Jacob!’ riep Caroline. ‘Kun jij Noortje even pakken?’

‘Ja, ik kom er aan,’ zei Jacob. ‘Maar ze loopt steeds weer jullie kant op, daar kan ik weinig tegen beginnen.’ Hij kwam de keuken in sloffen en tilde Noortje op.

Even later stond Noortje alweer in de keuken. Caroline zuchtte. Het was wel ongeveer klaar met het kneden, dacht ze. Dus ze waste haar handen af en tilde Noortje op voordat die op de stoel kon klimmen. Terwijl Caroline haar op de arm had dacht ze even na. Ze moesten ook nog koekvormpjes uitsteken en alles op de bakplaat leggen. Of misschien konden ze balletjes rollen en plat drukken tot koekjes? Dan kon Noortje ook mee doen. Misschien konden ze even aan tafel zitten. Caroline zette de kinderen allebei aan tafel en gaf ze elk een klein hompje deeg. Noortje keek verbaasd naar het deeg. Gelukkig wilde ze altijd het liefst alles nadoen wat de anderen deden, dus toen Olivier en Caroline balletjes begonnen te rollen probeerde Noortje het ook. Dat lukte nog niet zo goed. Haar kleine hand met de korte, mollige vingertjes schoot algauw naast het hompje deeg, waardoor er weinig gebeurde om er een bolletje van te vormen. Maar zodra Olivier begon om een balletje plat te slaan, lichtten haar oogjes op. Ze sloeg ook op het deeg dat voor haar lag en maakte er een heel aardig koekje ervan. Daarna maakte Caroline balletjes en schoof die naar Noortje om ze plat te slaan. Dat werkte prima.

Maar na een minuut of vijf was ze er wel klaar mee. Ze ging staan op haar stoel. ‘Noortje, ga maar weer zitten,’ zei Caroline. Ze ging weer zitten. Maar meteen daarna ging ze weer staan. ‘Noortje, zitten,’ zei Caroline weer. Nu deed ze het niet. ‘Okée, Noortje is klaar.’ Nu ging ze toch weer zitten.

Caroline keek naar Olivier en zag dat hij nog maar een paar balletjes had gemaakt en een dikke homp deeg had liggen. Caroline pakte er wat van en begon balletjes te maken.

‘Nee! Dat is van mij!’ zei Olivier.

‘Oh. Maar dan moet je wel even een beetje sneller balletjes maken, Olivier. Want we zitten hier al wel lang, Noortje houdt het niet zo lang vol.’ Boos keek Olivier naar Caroline en ging weer verder met balletjes maken. Eindeloos rolde hij een balletje heen en weer, heen en weer. Toen hij het balletje even los liet gaf Caroline er gauw een klap op.

‘Hé, niet doen!’ riep hij boos.

‘Ja maar het moet echt iets sneller, jongen.’

Noortje ging weer staan. Caroline maakte haar handen schoon en tilde haar uit de stoel. Meteen liep ze om de tafel heen naar Carolines stoel en probeerde er op te klimmen. Die zuchtte en tilde haar op, om met haar op schoot weer te kunnen gaan zitten. Caroline pakte nog een klein stukje van Oliviers homp deeg zodat Noortje er mee kon spelen. Boos keek Olivier op, maar hij tolereerde het wel.

Toen eindelijk de koekjes in de oven stonden, kwamen Caroline en de kinderen weer in de woonkamer. Daar troffen ze Jacob op de bank, nog steeds diep in zijn telefoon. Terwijl Caroline vermoeid naast hem op de bank ging zitten, schoot er een stroompje van het een of ander door haar heen. Wat het precies was, dat wist ze niet. Het schoot van haar kruin naar haar romp en van daar richting haar ledematen. Het voelde als een elektrische lading die zijn weg naar de aarde zocht. Noortje nestelde zich op Carolines schoot terwijl ze in een boekje bladerde. Ze was gewoon moe, dacht Caroline bij zichzelf. Ze was moe van het koekjes bakken. Waar zit dat toch in, was het nou zo vermoeiend om bloem af te meten, deeg te kneden, balletjes te rollen?

‘Mag ik ook bij jullie zitten?’ vroeg Olivier.

‘Nee, even niet, jongen. Ik wil even gewoon zitten.’

‘Maar Noortje zit wel op schoot!’

‘Ja, dat is ook zo.’ Weer schoot er iets door Caroline heen. Het was als een korte, felle, bliksemschicht, die ook zo weer verdwenen was. Ze wist wel waarom ze zo moe was. Het was doodvermoeiend om je aandacht te moeten verdelen. Een activiteit doen kost wat energie, dat is logisch. Een activiteit doen met een kind erbij kost meer energie, want alles gaat een beetje onhandig en ingewikkeld. Maar een ding doen met twee kinderen erbij, terwijl het ene kind heel lang over dat ding wil doen en het andere kind juist niet zo lang mee kan doen, dat is slopend. En waarom had Jacob niet even Noortje afgeleid, vroeg Caroline zich ineens af. Het had natuurlijk geleken alsof ze een heel gezellige activiteit aan het doen waren. Het had geleken alsof Caroline alles onder controle had gehad. Het was een klein beetje structuur op deze lange, kale dag geweest. Maar nu was dat weer weg en moesten ze de rest van de tijd ook nog wat.

‘Mama, wat zullen we nu doen?’ vroeg Olivier.

Caroline zuchtte. Wat deden ze eigenlijk normaal op een dag? Ze kon zich niet herinneren hoe ze anders de dagen vulden. Normaal gingen ze even iets doen en dan daarna weer even niet iets doen. Dan waren ze even buiten geweest en konden de ouders daarna gewoon rustig even op de bank gaan zitten omdat iedereen voldaan was. Caroline stootte Jacob aan. ‘Kun jij niet even wat met ze doen? Ik ben moe van alles in de keuken.’

Op het moment dat ze hem aanstootte, had Jacob ineens een visioen voor ogen. Hij zag voor zich wat ze allemaal zouden kunnen doen met de kinderen als ze toch maar gewoon naar buiten mochten, de natuur in. Lekker klungelen in de modder. Lekker vies worden zonder duidelijke oorzaak, gewoon van het buiten zijn. Lekker rennen en ravotten omdat het nu eenmaal zo fijn voelt om te rennen en te ravotten in de buitenlucht. Maar hoe kun je nou binnen lekker vies worden of rennen of ravotten?

‘Papa, ik wil iets doen!’ zei Olivier, terwijl hij naar Jacob toe liep. Maar Jacob staarde wezenloos voor zich uit. Hij was verdwaald geraakt in zijn eigen visioen en hoorde niet dat zijn kind iets van hem nodig had.

Olivier probeerde het nog een keer. ‘Ik wil iets leuks doen!’ Jacob bleef in de leegte staren. Toen draaide Olivier zich naar Caroline. ‘Mama wat gaan we doen?’ Hij liep weer naar Caroline toe, en leunde tegen haar been. Hij liet zich er tegenaan hangen met zijn volle gewicht, alsof hij een beetje hangerig in een bushokje stond te leunen, wachtend op de bus die al eeuwig op zich liet wachten. Met zijn smalle lichaamsbouw leek hij net op een slungelige puber, maar dan in het klein. Caroline voelde zich in het nauw gedrukt, ze had het gevoel alsof alles wat er moest gebeuren op haar leunde.

‘Mama!’ zei Olivier nog een keer. ‘Zullen we iets doen?’

‘Ach, laat me toch even met rust man!’ Caroline duwde hem van zich weg. Ineens irriteerde het haar mateloos dat Olivier zo dicht bij haar stond rond te hangen. Olivier stribbelde tegen maar liet zich daarna overdreven op de grond vallen en begon te huilen.

Caroline baalde van zichzelf, dat ze was uitgebarsten. Ze zag Noortje ook met een stil gezichtje naar haar opkijken. En Jacob, die staarde nog steeds wezenloos in de leegte. Misschien had ze niet voldoende duidelijk gemaakt dat ze zijn inzet ook even nodig had? Ach, dacht ze, zij kon ook wel even wat met de kinderen doen. Het hoefde niet al te groot te zijn.

‘Weet je wat, jullie kunnen wel even boven spelen,’ zei ze tegen Olivier.

‘Dan moet jij ook mee!’ zei Olivier.

Caroline knikte en stond op om met ze naar boven te gaan. Boven was altijd even afleiding, er was genoeg voor ze te doen. Alleen was er voor haar niet zoveel te doen. Maar dat wou ze toch juist ook, even niks? Op weg naar boven zag ze in de gang de regenpakken van de kinderen hangen. Ze voelde dat een zilvergrijze bliksemschicht zich roerde in de diepte, een stroompje dat klaar stond om door haar heen te schieten. Gauw keek ze weg. Boven ging ze in de schommelstoel zitten op Olivier en Noortjes kamer. Die zat niet echt lekker. Ze keek naar Olivier en Noortje terwijl die op Oliviers bed stuiterden. Olivier rende naar de gang en rende dan weer terug de kamer in, om zich op zijn bed te storten. Noortje probeerde ook mee te doen, zo snel als haar beentjes haar dragen konden. Ze rende niet echt, maar kon zich wel heel overtuigend op het bed storten. Caroline keek toe en zag dat ze lekker aan het spelen waren. Toch had ze nog steeds het gevoel dat ze geen rust had. Haar lijf voelde nog alsof het in een soort stand van alertheid stond, alsof ze elk moment weer Olivier zou kunnen horen die vroeg: ‘mama, wat zullen we nu doen?’ Ze probeerde het los te laten, ze probeerde zich bewust te worden van dit moment, dat ze hier nu zat. Maar het lukte niet. Haar gedachten vlogen heen en weer, van haar vormeloze gedrag van eerder, toen ze even was uitgebarsten tegen Olivier, naar de kaalheid van deze wereld waarin je niet naar buiten kon met de kinderen. Wat zouden ze in godsnaam de rest van de week moeten doen?

Ondertussen stonden de koekjes in de oven en was iedereen ze vergeten. Caroline had vergeten om een timer te zetten, en Jacob staarde nog steeds naar iets in een andere wereld. Maar na verloop van tijd begon het wat aangebrand te ruiken. Nog iets later verspreidde de aangebrande geur zich ook naar boven. En iets daarna sprong Caroline op van de schommelstoel omdat ze het rook. Ze ging naar beneden, haalde de koekjes uit de oven, en zag dat ze zwart waren geworden.